Breed denken, samenwerken en doorlopend nieuwe initiatieven en innovaties in gang zetten. Volgens Nancy Lenaerts zijn het de manieren om veranderingen in de ouderenzorg het hoofd te bieden. “Bij Novicare hebben we het geluk dat we hierbij voorop kunnen lopen”, aldus de medisch manager en specialist ouderengeneeskunde (SO).
De problemen in de ouderenzorg zijn volgens Nancy Lenaerts evident. Mensen worden ouder, kampen langere tijd met meerdere en complexere aandoeningen terwijl het aantal mensen dat zorg aan deze groep verleent juist afneemt. Een situatie die volgens de medisch manager en specialist ouderengeneeskunde aanzet tot extra innovatief denken. Ze laat haar licht schijnen over verschillende ideeën en toekomstplannen waar Novicare aan werkt.
Taakherschikking is een belangrijk hulpmiddel dat druk bij SO’s kan wegnemen. “Bij Novicare zijn we al redelijk ver in het doorvoeren van taakherschikking en we hebben er ook een duidelijke visie op. In de praktijk betekent het dat verpleegkundig specialisten of basisartsen bij de minder complexe zorg vaak het eerste aanspreekpunt zijn voor cliënt, zorginstelling, maar ook de familie. Ook nemen ze de rol in van medebehandelaar. Het vak van SO is meer en meer aan het verschuiven naar een specialistische rol waarin hij of zij complexere zaken op zich neemt.
Intensief overleg
“SO’s zullen ook een meer patiënt-overstijgende rol krijgen”, stelt Nancy. “Het wordt in de toekomst nog nadrukkelijker gevraagd. Dus meer overleg met en aansluiting bij bestuurders en inbreng hebben bij kwaliteitsbeleid bijvoorbeeld. Dat betekent in sommige gevallen een verandering voor de SO’s en vraagt echt wel iets van de mindset van de specialist. Ze ervaren de wat minder complexe klussen namelijk vaak ook als erg leuk. Daar moet je rekening mee houden. Je wilt het vak van SO niet helemaal uithollen natuurlijk. Daarnaast moeten jonge SO’s de kans krijgen om zich het vak echt goed eigen te maken en te groeien in de veranderende rol.”
Nancy heeft deelgenomen aan een expertgroep waarmee ze geregeld overleg voerde met het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). “Het is belangrijk dat we landelijk goed aan tafel zitten om zowel de posities van verpleegkundig specialisten als SO’s en natuurlijk ook de patiënten aan te kaarten. We spreken hierbij intensief met brancheverenigingen als Verenso en Actiz. Bij zulke gesprekken hoor je dat je eigenlijk allemaal hetzelfde doel hebt. We moeten ervoor zorgen dat iedereen, ook de brancheorganisaties van de verpleegkundig specialisten en de SO’s, zich happy voelt bij de bocht die we met z’n allen aan het maken zijn. Dát we die bocht moeten maken, is duidelijk.”
Ontwikkelen nieuwe concepten
Opleiden van nieuwe SO’s is daarnaast iets waar Novicare volgens Nancy vol op inzet. “Dat doen we niet alleen voor onze eigen winkel. Iedere SO die je opleidt is namelijk winst voor de hele ouderenzorg, of ze nu bij ons terecht komen of niet. Je moet echt breed denken bij dit vraagstuk. Het fijne is dat we bij Novicare werken met mensen die van nature al meer ondernemend zijn en open staan voor nieuwe initiatieven.”
Nancy noemt verschillende nieuwe concepten die Novicare met verschillende partijen ontwikkelt. “We werken al een aantal jaar met consultdagen waarop SO’s en GZ-psychologen huisartsen kunnen ondersteunen. Deze werkwijze is succesvol gebleken en breiden we nu uit in volume. Het scheelt veel tijd en planning om dit soort momenten te bundelen.” Datzelfde geldt voor het uitrollen van een regiopoli voor cliënten met complexe vraagstukken, in dit geval verstandelijk gehandicapten. “Voorheen verliepen consulten voor deze patiënten erg ad hoc, op verzoek van de huisarts. Door het inrichten van een goed gevulde regiopoli, werk je veel meer proactief. Als je bij zo’n poli zorgt voor een goed secretariaat en strakke planning, neem je een specialist enorm veel papierwerk uit handen.”
Aanrijtijden spoedzorg
Er is nog meer winst te behalen, zo schat Nancy in. Bijvoorbeeld in de organisatie van spoedzorg. “Nu is het zo dat een SO een aanrijtijd van dertig minuten heeft bij een spoedmelding. Die dertig minuten zijn eigenlijk nooit door onderzoek onderbouwd. We hebben een onderzoeksconcept uitgewerkt waarin we willen kijken hoe we die aanrijtijden beter kunnen onderbouwen. Het zou kunnen zijn dat de ambulancedienst een deel van de spoedmeldingen voor zijn rekening neemt en dat de andere, minder urgente meldingen door een SO gedaan kunnen worden met een aanrijtijd van bijvoorbeeld zestig minuten. We starten binnenkort een pilot waarin we onderzoeken of die hypothese klopt. Als dat zo is, zou dat ook iets kunnen zijn dat de druk bij SO’s vermindert.”