Nieuws

09 april 2024

Toename VPT vraagt innovatieve invulling behandeling

Het aantal cliënten met een ‘volledig pakket thuis’ (VPT) neemt snel toe. Cliënten én de betrokken huisartsen hebben behoefte aan tijdige inzet van gespecialiseerde behandelaren, maar het efficiënt organiseren van die extramurale inzet is lastig. Een combinatie van hybride en gebiedsgerichter werken, brengt een werkbare oplossing een stap dichterbij. Directeur Jet Wiechers neemt ons mee in de ontwikkelingen.

 

Jet Wiechers, directeur Novicare

Hoe zit het eigenlijk met VPT?

“VPT bestaat al jaren in geclusterde woonvormen en in de thuissituatie. Door de bekende vergrijzing en beleidswijzigingen stijgt het aantal en de complexiteit van deze cliënten echter snel. Dat betekent dat de vraag verandert. Voor de complexe vraagstukken hebben cliënten én de betrokken huisartsen behoefte aan tijdige inzet van gespecialiseerde behandelaren. Niet alleen voor consultatie, maar ook voor medebehandeling. Tegelijkertijd is het moeilijk om de extramurale inzet van deze behandelaren effectief te organiseren. De vraag varieert sterk en de inzet per cliënt is logistiek gezien klein. Dat maakt het lastig om schaarse behandelaren goed in te plannen. Bij medebehandeling is deze uitdaging nog groter, omdat dit hogere eisen stelt aan de bereikbaarheid van de betrokken disciplines. En dan is de financiering ook nog eens niet dekkend, mede omdat de veelvoorkomende ‘verplaatste directe contacttijd’ niet mag worden gedeclareerd.”

 

Wat zie jij als de oplossing?

“Innovatie is hard nodig om tot een werkbare oplossing te komen voor deze groeiende vraag. Een combinatie van hybride en gebiedsgerichter werken komt daaraan tegemoet. Om onnodige reistijd te voorkomen en agenda’s goed te vullen zónder wachtlijsten helpt het om gebiedsgericht te werken. Daarmee bedoelen we dat we de inzet voor kleinschalige woonvormen en cliënten thuis in één gebied bundelen. Ook als dit betekent dat behandelaren over organisatiegrenzen heen gaan werken. In deze situatie blijft de vraag variabel en zullen er vragen tussendoor komen. Een combinatie met hybride werken is dus essentieel. Daardoor is het mogelijk om soepel te schakelen met behandelaren op afstand. Dit beperkt verstoringen en helpt om de tijdelijke extra vragen goed op te vangen.”

 

Hoe werkt dat in de praktijk?

“Voor geclusterde woonvormen komen we, afhankelijk van de wensen van de zorgorganisatie en huisarts, samen tot een vaste combinatie en frequentie van  locatiebezoeken en virtuele opvolgingsmomenten. Omdat we locatiebezoeken in een werkgebied bundelen, werken onze behandelaren efficiënter en hebben de ruimte om flexibel mee te bewegen als een cliëntsituatie daarom vraagt. Voor urgente vragen die niet kunnen wachten tot een volgend ingepland locatiebezoek zijn medici 24/7 en overige behandelaren tijdens kantooruren bereikbaar via ons waarnemingscentrum. Daar werken behandelaren op afstand, die het overgrote deel van de vragen direct kunnen afhandelen.”

 

Hoe werkt deze constructie dan in de wijk?

“In essentie is de werkwijze vergelijkbaar. We werken alleen nauw samen met de huisartsenpraktijk in plaats van met geclusterde woonvormen. De ‘locatiebezoeken’ zijn in dit geval planningsblokken die beschikbaar zijn voor de wijk.”

 

Klinkt goed: meteen van start?

“Een groot deel van bovenstaande aanpak kan meteen worden toegepast, maar er zijn nog knelpunten. Die liggen deels op technisch vlak. In het huidige technische landschap is het bijvoorbeeld niet eenvoudig om bij medebehandeling medicatie voor te schrijven binnen de medicatieketen van de cliënt/huisarts/zorgteam. Daarnaast is er nog onwennigheid in samenwerking over organisatiegrenzen heen. Als één organisatie een VPT-locatie heeft dicht bij de locatie van een andere organisatie, is het dan niet vanzelfsprekend om een behandelaar van de ene organisatie ook ‘bij de buren’ in te zetten? Het systeem is hier – verrassend – goed op ingericht. De bekostiging is in dit geval namelijk cliëntvolgend. Degene die de behandeling uitvoert, krijgt er ook voor betaald. Er zijn dus geen constructies zoals regionale behandeldiensten voor nodig. Toch is het lastig om deze praktische invulling van de grond te krijgen.”

 

Ook niet onbelangrijk: hoe zit het met de financiering?

“De NZA is bezig met een herijking van de tarieven. Dat is hoopgevend. Het gaat echter niet alleen om aanpassing van het bedrag, maar ook om de definitie van wat de behandeling inhoudt. Net als bij de wijkverpleging is er sprake van veel ‘verplaatste directe contacttijd’. Veel voorbereiding, afstemming en opvolging kán je bij deze kwetsbare cliënten niet met de cliënt samendoen en doe je dus op een ander moment. Zonder verbreding van de definitie van ‘directe tijd’ zal juist voor de meest kwetsbare doelgroepen deze vorm van behandeling extramuraal nooit dekkend worden. Er is dus nog genoeg te ontwikkelen, maar we hebben er alle vertrouwen in dat het met de inbreng van onze behandelaren en onze samenwerkingspartners gaat lukken.”

Meer nieuws

Meld je aan voor onze nieuwsbrief